Afscheid van De Bevelander

Het doek is gevallen. Dit is echt de laatste Bevelander. Harmke, de coördinator van deze krant, vroeg aan me of ik een afscheidsverhaal wilde schrijven, dus laat ik maar beginnen bij het begin.

GOES – Ik zie mezelf nog zitten in de kantine van het zwembad met een schriftje en een pen. De dag ervoor had ik een vacature gezien in De Bevelander, waarin stond ‘Schrijftalent gezocht’. Terwijl mijn zoon zwemles had, boog ik me over een sollicitatiebrief. Het was nogal een gok, want ik had geen opleiding in die richting en geen ervaring. Ik vond het leuk om te schrijven, dat wel. Zodra ik een pen kon vasthouden schreef ik verhaaltjes en tijdens de vakantie pende ik schriften vol over mijn belevenissen onder de Franse zon.

Euforisch

Ik sprong een gat in de lucht toen de eindredacteur me uitnodigde voor een gesprek en was euforisch toen die eerste kennismaking werd afgesloten met een handdruk (Ja, toen mocht dat nog) en de boodschap dat ik het mocht proberen. Dat euforische gevoel was rap verdwenen toen ik mijn eerste klus kreeg. Ik werd naar de opening van een kinderdagverblijf gestuurd. Zo’n officiële happening met een hoop bobo’s erbij en andere verslaggevers waar de ervaring keihard vanaf straalde. Ik werd overvallen door een immens gevoel van wanhoop en onzekerheid. Dik anderhalf uur later kwam ik thuis met een blocnote vol aantekeningen en een SD-kaart met zo’n 85 foto’s. De foto’s waren stuk voor stuk bewogen of ronduit knudde en het duurde zeker acht uur tot ik een enigszins leesbaar verhaal had gemaakt van die aantekeningen. Maar het artikel werd geplaatst, dus onder het motto ‘Alle begin is moeilijk’, zette ik door. Het ging steeds beter en ik werd steeds enthousiaster.

Binnen een jaar startte ik met een opleiding journalistiek en kort daarna opende ik de virtuele deuren van mijn tekstbureau. Ik reisde regelmatig naar Amsterdam of Utrecht voor bijscholingen en cursussen en kreeg steeds vaker commerciële opdrachten, maar als het even kon maakte ik graag tijd vrij om een artikel voor deze krant te schrijven. En nu ik terugkijk op vijftien jaar schrijven voor De Bevelander, krijg ik een brok in mijn keel. Ik heb boeiende verhalen gehoord en mooie mensen leren kennen.

Hilarisch

Met een glimlach van oor tot oor denk ik terug aan hilarische momenten, zoals een interview met een student die een opleiding tot verzorgende volgde. Na het interview overlegden we waar ik een foto van hem mocht maken en het leek hem een leuk idee om dat te doen op de ‘oefenafdeling’. Daar aangekomen bekeek ik met een frons de levensechte poppen die heel erg naakt lagen te wezen in ziekenhuisbedden. Zo te zien waren enkele naakte poppenheren in opperste staat van opwinding. De student merkte mijn twijfel op en stelde voor om een laken over de poppen te leggen. “Kijk, dan halen we deze eruit”, zei hij, terwijl hij het omhoogstaande lid uit de pop verwijderde. Terwijl hij uitlegde dat ze op die manier konden oefenen om zowel bij een man als een vrouw een katheter aan te leggen, maakte we samen de bedden in orde en poseerde hij voor de foto. Ik focuste me op belichting en positie tot ik me realiseerde dat ik de student op de foto zette met een nogal prominent aanwezig deel van de pop in zijn handen.

Kippenvel

Maar het was niet altijd lollig. Soms werd ik zo geraakt door verhalen die mensen aan me vertelden, dat ik nog kippenvel krijg als ik eraan terugdenk. Het gesprek met een moeder die haar kind verloor door zelfdoding, zal ik nooit vergeten. Toen mijn kinderen die dag uit school kwamen heb ik ze extra lang geknuffeld. En dat doe ik nog regelmatig. Het is allemaal niet zo vanzelfsprekend.

Ik realiseer me dat het ‘over the top’ kan klinken, maar dit werk heeft mijn leven verrijkt en mijn kijk op de wereld vergroot. Mensen interviewen en hun verhalen opschrijven, voelt als reizen, maar dan in je eigen omgeving. Ik sprak succesvolle ondernemers en interviewde ex-verslaafden in de daklozenopvang. ‘s Morgens zat ik aan tafel met een vrouw die worstelde met een chronische ziekte en ‘s avonds stond ik te koukleumen in een schuur bij de bouwers van carnavalswagens. Ik ging op bezoek in de gevangenis en praatte anderhalf uur met een man die zijn vrouw van het leven had beroofd. Ik was compleet verward toen ik de gevangenispoort weer uitliep en alleen maar kon denken dat het echt een fijn gesprek was geweest. Ik kreeg een rondleiding door de Synagoge en werd uitgenodigd in de moskee waar ik vervolgens de blunder beging om, als vrouw, de imam mijn hand toe te steken. Hij weigerde zo respectvol met zijn hand op zijn hart, dat ik alleen maar excuses kon stamelen. Ondanks de wankele start, hadden we een van de mooiste gesprekken die ik ooit heb gevoerd. Door dit werk heb ik ervaren dat het helemaal niet zo naïef is om te denken dat ‘de meeste mensen deugen.’ Het is waar.

Dankjewel

Ten slotte wil ik iedereen bedanken voor de fijne gesprekken. Lezers, bedankt voor jullie interesse en leuke reacties. Al mijn collega’s bedankt voor de fijne samenwerking en onze chef Dennis bedankt dat je me de kans gaf om ook van alles te doen ‘achter de schermen’, waardoor ik onwijs veel heb geleerd. Mijn zoons, Sander en Mathijs, bedankt dat jullie al vijftien jaar op jullie tenen door het huis lopen als ik zit te schrijven en regelmatig zeggen ‘Cool gedaan, mam’, als jullie een artikel van me zien. Papa en mama, jullie hebben me geleerd om niet te oordelen, maar eerst te luisteren naar het verhaal van een ander. Daarmee hebben jullie de basis gelegd om dit werk te kunnen doen. Jullie geven me regelmatig het gevoel dat jullie trots zijn op wat ik doe en hoe ik het doe. Da’s supervet. Dankjewel.

Waarom je naar Optiek de Jonge gaat, zelfs als je scherp ziet

Optimaal zicht is belangrijk. Daarom ga je voor een professionele oogmeting naar Optiek de Jonge in Goes. Dat spreekt voor zich. Maar heb je er al eens aan gedacht om jouw ogen te laten onderzoeken als je vaak last hebt van vervelende klachten zoals hoofdpijn, vermoeidheid of duizeligheid? Een bril kan de oplossing zijn!

Bij Optiek de Jonge wordt niet alleen een objectieve oogmeting gedaan om de sterkte van jouw glazen of lenzen te bepalen, maar je kan bij deze opticien aan de Lange Vorststraat 40 ook terecht voor een functioneel oogonderzoek. “Aan de hand van een functionele oogmeting kunnen we verder kijken dan alleen scherp zien”, vertelt opticien Arri van de Ree. “Er wordt gekeken of er een afwijking is in de samenwerking tussen de ogen waardoor fysieke klachten kunnen ontstaan. Hiervoor werken we samen met fysiotherapeuten, osteopaten, podologen en chiropractors.”
Aan dit onderzoek zijn geen kosten verbonden. Dus blijf niet langer rondlopen met vervelende klachten en maak een afspraak bij Optiek de Jonge.

FOTO: Rachel van Westen

Precisieoogmeting

Onlangs is Optiek de Jonge een samenwerking aangegaan met Rodenstock. Deze Duitse glasleverancier met 140 jaar ervaring in zijn vakgebied, maakt het mogelijk om biometrische glazen aan te laten meten. Dat houdt in dat er niet alleen gekeken wordt naar de benodigde sterkte, maar ook naar de anatomie van het oog. Door een precisieoogmeting kan je profiteren van een maatwerkglas dat volledig is afgestemd op uw ogen. Hierin is Optiek de Jonge exclusief voor Goes en omstreken.

Merken

Zijn jouw ogen vakkundig opgemeten? Dan is het tijd om een montuur uit te kiezen. Als brildrager weet je dat een bril meer is dan alleen een hulpmiddel. Een bril is een modieuze accessoire en, ook niet geheel onbelangrijk: een bril moet comfortabel zitten. Precies om die redenen werkt Optiek de Jonge met topmerken, zoals Cartier, Dior, Dita, Gucci en Silhouette. “Een goede merkbril is gemaakt van flexibel materiaal waardoor de bril comfortabel zit en goed in model blijft, zodat je niet keer op keer terug hoeft te komen om de bril bij te laten stellen”, weet eigenaar Cees de Jonge.

FOTO: Rachel van Westen

Lenzen beslaan niet

Natuurlijk kan je bij deze optiekzaak in Goes ook terecht voor lenzen. Ideaal als je liever geen bril draagt, maar beiden zijn ook prima af te wisselen. Achter de computer draag je een bril en tijdens het sporten of wanneer je een mondkapje draagt, doe je lenzen in, want die beslaan niet! Wist je dat er ook nachtlenzen bestaan? Deze doe je in voor het slapengaan en ’s morgens mogen ze uit. Terwijl je slaapt, corrigeren de lenzen je ogen, zodat je overdag scherp kunt zien zonder bril of lenzen.

FOTO: Rachel van Westen

Loop eens binnen

Loop eens binnen voor meer informatie of maak direct een afspraak voor een oogmeting bij Optiek de Jonge aan de Lange Vorststraat 40 in Goes.

Helden van de Zeeuwse zorg

‘Het is nu zo belangrijk dat we wederzijds begrip hebben voor elkaar’

We kunnen Lizette Bustraan gerust een ‘oude rot in het vak’ noemen. Ze werkt al ruim dertig jaar in  het ziekenhuis in Goes. Eerst als verpleegkundige op de Intensive Care, daarna op de spoedeisende hulp, waarvan de laatste jaren als meewerkend teamleider. Pittige afdelingen waar je het alleen vol kunt houden als je een enorme passie hebt voor je werk. En dat heeft ze. Zelfs in dit heftige coronajaar doet ze haar werk vol toewijding en vertelt ze erover met een enorm enthousiasme. Toch ervaart Lizette wel een opvallend verschil tussen de eerste periode van de pandemie en de huidige coronagolf.

FOTO: Rachel van Westen

GOES – “Het klinkt misschien raar als ik het zo zeg, maar het is altijd al een soort roeping geweest om verpleegkundige te worden. Ik denk dat ik het daarom al zo lang volhoud. Ik doe mijn werk nog steeds met heel veel passie.”

Ze begon in 1989 met een inservice opleiding, vergelijkbaar met de huidige BBL opleiding tot verpleegkundige. Daarna ging ze aan de slag op de Intensive Care en later verhuisde ze naar de Spoedeisende Hulp. Pittige afdelingen, beaamt Lizette. “Alle zorg die niet is ingepland komt hier binnen. Dat kan iemand zijn die onverwacht door de huisarts is doorgestuurd naar het ziekenhuis, een kind met een gebroken arm of iemand die een sportongeval heeft gehad, maar het gaat ook om mensen die binnen komen met de ambulance. Dat betekent dat je snel moet kunnen schakelen. Soms zijn mensen of hun begeleiders in paniek en dan hebben wij als verpleegkundigen echt wel een hoog incasseringsvermogen nodig. Er gebeuren heftige dingen en daar moet je tegen kunnen. Maar elke verpleegkundige is een bepaald type dat op een bepaalde afdeling thuishoort. Voor mij is dat de Spoedeisende Hulp. Hier leef je echt in het moment van de dag en kan je ook echt iets voor iemand betekenen. Voor mij is het de mooiste afdeling van het ziekenhuis.”

Sinds acht jaar is Lizette teamleider Spoed Eisende Hulp. In deze functie staat ze nog steeds regelmatig aan het bed, maar houdt ze zich ook bezig met allerlei zaken achter de schermen, zoals kwaliteitsaspecten, zorgprocessen en beleid. Dat zorgde ervoor dat ze vanaf het allereerste begin nauw betrokken was bij alle maatregelen die genomen moesten worden toen Corona zich over de wereld begon te verspreiden.

Heel in het begin, toen het virus nog ver weg leek, werd er een klein clubje opgericht samen met een microbioloog en een bedrijfskundig manager. “We zaten dagelijks bij elkaar om te bespreken wat dat coronavirus precies was, wat we konden doen en hoe we de zorg moesten inrichten”, blikt Lizette terug. “We besloten om de voorraad beschermingsmateriaal te verdubbelen, maar we kwamen er al snel achter dat het nog veel groter aangepakt moest worden. Plotseling kwamen we volle bak in de crisis terecht. In het begin was er veel onrust en onduidelijkheid. We moesten echt in het diepe springen. Het was een enorm heftige tijd. We hebben van dichtbij zoveel leed gezien. Mensen die doodziek in het ziekenhuis lagen, terwijl hun familie niet op bezoek mocht komen. Heel verdrietig.”

Na een moment van stilte vervolgt Lizette: “Tegelijkertijd was er een enorme saamhorigheid. Niemand was te beroerd om die stap extra te zetten. Er is enorm veel gebeurd. We deden het echt samen. In die periode ondergingen mensen het ook meer. Het werd geaccepteerd als je niet op bezoek mocht bij een familielid. Mensen begrepen het. Daarin zie ik nu een verandering.”

Waar de mensen een paar maanden geleden stonden te applaudisseren voor het zorgpersoneel, wordt datzelfde personeel tijdens de tweede golf vaak een stuk minder respectvol behandeld.  “Mensen hebben minder begrip”, vervolgt Lizette. “Ze zijn soms agressief tegen zorgmedewerkers. Het gebeurt zelfs dat mijn collega’s worden uitgescholden. Begrijp me niet verkeerd, het is maar een heel kleine groep die dit soort dingen doet en echt weerstand biedt. Maar als het gebeurt, voelt het wel heel oneerlijk.”

“Op dit moment (red: het interview voor dit artikel vond plaats op 29 oktober.) zie ik de aantallen alleen maar toenemen. We zien ook nog geen effect van de gedeeltelijke lockdown die 14 oktober is ingegaan. De afgelopen week is het in Zeeland echt ontploft. We hebben patiënten overgenomen uit de Randstad. De reguliere zorg is wel iets afgeschaald, maar we proberen nu om alles zoveel mogelijk door te laten gaan. Ook daarin zie ik een verschil met de eerste golf. Toen lag de reguliere zorg echt plat. Er waren nauwelijks verkeersongevallen of sportongelukken. Nu gaat dat allemaal door. Dat maakt de druk op de zorg nu nog groter dan in maart. Er moet echt niet veel meer bijkomen.”

Lizette weet als geen ander hoe belangrijk het is om het aantal besmettingen te laten dalen. Tegelijkertijd weet ze ook heel goed hoe lastig de maatregelen zijn. “Ik zit nu zelf ook in de situatie dat ik me moet onderwerpen aan die regels. Sinds kort is mijn moeder opgenomen. Er mag maar een persoon per dag bij haar op bezoek. Voor mijn vader, mijn acht broers en zussen en voor mezelf betekent dit dat we soms wel tien dagen moeten wachten voor we moeder mogen bezoeken. Vanuit die positie snap ik heel goed dat mensen in de weerstand schieten. Er zijn in dit verhaal echt twee kanten”, vat Lizette samen. “Het is nu zo belangrijk dat we wederzijds begrip hebben voor elkaar. Iedereen mag een eigen mening hebben, maar laten we die eigen mening op bepaalde plaatsen heel even opzij zetten om anderen te beschermen.”

Richard tekende grote snottebellen

De illustraties voor Filemon Wesselinks nieuwste boek werden gemaakt in de Zeeuwse polder

Het eerste door hem geïllustreerde boek lag in 2011 in de winkel en nu, negen jaar later, heeft Richard Verschraagen al tientallen boeken geïllustreerd. Dit jaar maakte hij de tekeningen in het nieuwste boek van Filemon Wesselink. In zijn atelier in de polder tussen Kapelle en Kattendijke vertelt illustrator Richard met een sprankelend enthousiasme over zijn samenwerking met Filemon, zijn leven als illustrator en hoe hij zijn verhuizing vanuit hartje Utrecht naar de Zeeuwse polder heeft ervaren.

FOTO: Rachel van Westen

Als klein mannetje was Richard al heel veel aan het tekenen en toen hij na het vwo een studierichting moest kiezen, wilde hij tekenleraar worden. “Maar die opleiding was net opgeheven”, blikt hij terug. “Omdat ik zo graag tekende, heb ik overwogen om de kunstacademie te gaan doen, maar ik had een hoop vrienden die wel leuk aan het schilderen waren, maar daar geen rooie cent mee verdienden. Ik heb er echt lang over nagedacht en uiteindelijk besloot ik dat ik leraar wilde worden. Dan kon ik tekenles geven, maar ook andere dingen doen. Ik heb met veel plezier die opleiding gedaan en jarenlang les gegeven op een basisschool in Utrecht.”

Naar Zeeland

Al die jaren stond het tekenen op een laag pitje, maar daar kwam verandering in na zijn verhuizing naar Zeeland. “Mijn partner is arts in het Admiraal de Ruyter ziekenhuis in Goes en hij wilde naar Zeeland verhuizen, als ik ook meeging. Dat kwam voor mij wel op het juiste moment. Ik was toe aan iets anders. Ik woonde echt in hartje Utrecht. Als de Dom om zou vallen, zou hij op mijn huis terecht komen. We zijn naar dit huis gaan kijken op een mooie zonnige dag en ik was meteen verkocht. Ik zag er wel een beetje tegenop om aan mijn collega’s in Utrecht te vertellen dat ik mijn baan op wilde zeggen om naar Zeeland te verhuizen”, zegt Richard. “Ik was dan ook echt verrast dat iedereen zo enthousiast reageerde toen ik vertelde dat ik naar Zeeland vertrok. Ik werd zelfs ‘dapper’ genoemd. Ik was hoogst verbaasd. Tot iemand aan me vroeg of ik mijn familie niet ging missen, want het was toch wel een lange reis met het vliegtuig. Na die opmerking viel bij mij het kwartje. Ze dachten dat ik naar Nieuw-Zeeland ging emigreren. Toen het mijn collega’s duidelijk werd dat ik naar de provincie Zeeland vertrok werd er plotseling heel anders gereageerd”, lacht Richard. “Er heerst daar toch een beetje die stadse arrogantie en ze vonden het eigenlijk normaler dat ik naar Nieuw-Zeeland zou emigreren, dan dat ik naar Zeeland verhuisde. Hilarisch. Ik moet toegeven dat ik het eerste jaar ook echt wel enorm heb moeten wennen aan het leven in de polder, maar nu zou ik niet meer terug willen naar Utrecht. Je hebt hier zoveel natuur en rustige plekjes en nu kon ik eindelijk honden nemen. Zeeland is echt prachtig.”

Kunstacademie

Kort na zijn verhuizing had Richard nog niet gelijk een fulltime baan in het onderwijs, maar werkte hij in een invallerspool. “Omdat ik toen wat tijd over had, besloot ik om naar de kunstacademie in Antwerpen te gaan. Toen ik klaar was wist ik eigenlijk niet zo goed hoe ik het moest aanpakken en besloot om eerst eens een illustrator om zijn mening te vragen. Ik nam contact op met de illustrator die ik het hoogst heb zitten in Nederland. Ted van Lieshout. Ik heb hem gevraagd of hij naar mijn werk wilde kijken en opmerkingen wilde geven. Hij was enthousiast over mijn werk en had echt wel goede opmerkingen waar ik mee uit de voeten kon. Ik kon weer verder.” Een paar weken later kreeg Richard totaal onverwacht een telefoontje van Ted. “Hij vertelde me dat hij bezig was aan een poëziealbum van Querido waarin nog twee pagina’s beschikbaar waren. Hij vroeg of ik dat wilde doen.” Richard lijkt nog steeds verbaasd als hij hieraan terugdenkt. “Natuurlijk wilde ik dat. Nadat de bundel was gepubliceerd gingen alle deuren open. De bal ging rollen en toen er eenmaal boeken van mij in de winkels lagen, namen de uitgevers contact op met mij in plaats van andersom. Zo kreeg ik dus ook aan het begin van dit jaar een mailtje met de vraag of ik het boek van Filemon Wesselink wilde illustreren.”

Vies verhaal

“Het boek is ontstaan omdat de kinderen van Filemon zin hadden in een vies verhaal. Filemon is zelf erg vies van snot, dus dat moest het worden.” Het boek gaat over Eddy die opeens een snottebel heeft. Die lijkt maar niet weg te willen gaan. Eddy’s moeder blijft die bel steeds wegvegen. Maar er is iets geks aan de hand. Telkens als mama de snottebel weghaalt, komt hij even later een klein beetje groter weer uit Eddy’s neus. Eddy vindt het maar vervelend, hij wil liever net als de andere kinderen zijn, die geen snottebel hebben, of alleen een kleintje, soms. Maar dan gebeurt er op een dag iets heel gevaarlijks en worden Eddy en zijn snottebel misschien wel de helden van het verhaal… “Ik was gelijk enthousiast”, vervolgt Richard. Het is echt een leuk verhaal. Filemon en ik spraken af om elkaar te ontmoeten in Amsterdam. Ik moet altijd erg lachen om Filemon, dus daar keek ik erg naar uit. Maar toen kwam corona en viel dat in het water. We hebben tot nu toe alleen maar e-mail contact gehad.”

Spannend moment

“Nadat ik het verhaal heb gelezen, ga ik altijd eerst aan de slag met schetsen van de hoofdpersoon. Die scan ik in en daarna stuur ik ze op. Dat is altijd wel een spannend moment. Op een gegeven moment heb ik zelf wel een beeld van de personages, maar komt dat overeen met het beeld dat de auteur heeft? Gelukkig was Filemon gelijk enthousiast. Ik kreeg helemaal de vrije hand. Hij zei daar zelf over: ‘Ik heb de vrijheid in de tekst en jij hebt de vrijheid in de illustraties. Hij heeft zich er totaal niet mee bemoeid.”

Toast op het boek

Het was echt een leuke opdracht, hoewel het nog steeds vreemd voelt dat Filemon en ik elkaar helemaal niet hebben gezien. We hebben alleen contact gehad via de mail. Meestal zie ik een auteur wel voor ik aan de slag ga, maar door corona is het bij dit boek helemaal anders gelopen. We gaan dat wel inhalen hoor, we hebben afgesproken dat we een keer samen gaan toasten op het boek zodra het weer kan.”

Trek je bergschoenen aan voor wandeling over historisch pad

door Rachel van Westen

“Het is nu een grote modderpoel vol met kuilen”, vertelt Joep van Ginneken uit Kloetinge. Hij heeft het over het Hoge Pad tussen Kloetinge en Goes. Een idyllisch wandelpaadje dat bijna duizend jaar geleden werd aangelegd. Het pad wordt niet alleen gebruikt door wandelaars, maar ook fietsers gebruiken het paadje als binnendoorroute en juist daar zit het probleem, volgens Joep. “Het paadje wordt volkomen kapot gereden.”

KLOETINGE – Heel vroeger kon je via dit paadje binnendoor naar Goes lopen. Het was een echt smal kerkenpaadje, niet meer dan enkele decimeters breed en amper verhard. In 1135 is het aangelegd tussen ‘s-Heer Arendskerke en Kloetinge, waar het pad dwars door de ring van het dorp naar Kapelle liep, met een aftakking naar Wemeldinge. Op oude kaarten is het tracé nog goed herkenbaar, maar een jaar of twintig geleden was er van het originele pad niet veel meer terug te vinden. Het was volkomen verwaarloosd.

In de winter van 2004-2005 is een deel van het pad opgeknapt door Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ) in opdracht en in samenwerking met de gemeente Goes. Daarnaast hebben ook de Vereniging Dorpsbelangen Kloetinge en de vereniging TeVoet aandacht aan het pad besteed. “Het is echt heel mooi dat ze het pad hebben hersteld, maar doordat het kapot gereden wordt door fietsers, kan je er nu bijna niet meer lopen. Het is niet zomaar een wandelpaadje”, benadrukt Joep, “het is echt een historisch pad.”

Tijd om zelf de proef op de som te nemen en een wandeling te maken over het Hoge Pad. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus ik hijs me in een oude spijkerbroek en dito bergschoenen. De ingang van het pad, tegenover de parkeerplaats van het Wesselopark Kloetinge ziet er veelbelovend uit. Ik zie een smal schelpenpaadje tussen de weilanden en zo op het eerste gezicht lijkt de schade nogal mee te vallen. Bij de ingang staat een draaihek om fietsers te weren, maar ik moet toegeven dat het niet heel lastig zal zijn om hier met je fiets te passeren. Als ik eenmaal op het paadje loop, wordt het al snel wat drassiger. Je hoeft geen Sherlock Holmes te zijn om te zien dat hier regelmatig wordt gefietst. Ik zie overal bandensporen en naarmate ik het paadje verder volg, wordt het steeds drassiger. Ik ben blij met mijn bergschoenen, want mijn nieuwe witte sneakers hadden dit niet overleefd. Het probleem is dus wel duidelijk, maar wat is nu een effectieve oplossing?

FOTO: Rachel van Westen

“Volgens mij is het vrij eenvoudig”, meent Van Ginneken. “Naast de draaihekken bij de ingangen staan palen, maar die staan er iets te ver vandaan, waardoor je er makkelijk langs kunt met de fiets. Volgens mij is het een kwestie van die palen iets dichter bij dat ijzeren draaihek plaatsen en je bent er. Ik heb het ook al eens aangekaart bij de gemeente, ik heb foto’s opgestuurd en de oplossing voorgesteld, maar zij lieten me weten dat ze voornamelijk bezwaren zien.”

Tom Kapoen, opzichter bij de gemeente Goes, kent de situatie en onderschrijft het probleem. “Maar ik heb ook kritische gedachten over de oplossing die meneer heeft aangedragen”, laat hij weten. “Dit laat zich niet zo eenvoudig oplossen. Ik heb er al eens staan posten en dan zie je dat jongelui hun fiets oppakken en boven het hoofd houden of ze kronkelen net zo lang heen-en-weer tot de fiets erdoor is. Daarna springen ze op de fiets en zo pakken ze toch de kortste route. Het is een hele uitdaging om dat te voorkomen. We brengen elk jaar een nieuwe laag schelpen aan, maar dat heeft in dit jaargetijde geen zin, het is nu te nat. Zodra de grond weer wat droger is, gaan we ons er zeker in verdiepen hoe we dit probleem kunnen voorkomen”, belooft de opzichter van de gemeente.

Dit artikel is gepubliceerd in De Bevelander van 12 februari 2020

Er wordt aan de website gewerkt!

Sorry voor de rommel! Er wordt aan deze website gewerkt, maar ik heb besloten om de virtuele deuren gewoon open te houden tijdens deze verbouwing.

Dus kom verder en kijk even rond.  Enne… suggesties zijn welkom!

Heb je een een vraag of kan ik iets voor je betekenen? Bel of stuur een WhatsApp naar 06 – 48 38 17 14 of mail naar tekstbureauzeeland@gmail.com

Zeeuwen, schreeuw het van de daken

Zeeuwen zijn bescheiden. Ze schreeuwen het niet van de daken wanneer ze ergens in uitblinken. Daardoor heerst er in de rest van Nederland wel eens het idee dat Zeeland een beetje een ‘dooie’ provincie is waar weinig gebeurt.

door Rachel van Westen

Wij Zeeuwen weten wel beter. Toch doen we onszelf tekort met die ingetogen houding. Want als wij Zeeuwen niet rondbazuinen waar we goed in zijn, hoe moeten anderen dan onze kwaliteiten ontdekken? “Zeeuwen mogen best een beetje brutaler worden en meer de samenwerking opzoeken”, vindt Jim Goedhart. Hij is, samen met Frederik Sinke, oprichter van De Zeeuwse Connectie, een community voor betrokken en actieve Zeeuwen die iets willen bijdragen aan Zeeland. Dan hebben we het niet alleen over ondernemers, want de Zeeuwse Connectie is geen zakelijk netwerk, maar een platform voor iedereen die een band heeft met Zeeland en iets wil betekenen voor onze mooie provincie.

Ontstaan en groei

De Zeeuwse connectie is flink gegroeid, de afgelopen jaren. Er zijn inmiddels zo’n 11.000 Zeeuwen aangehaakt. Een deel van hen woont niet meer in Zeeland, maar misschien is juist dat wel de kracht van de Zeeuwse Connectie. Ook mede-oprichter Jim is, zoals hij het zelf noemt, een ‘uitgevlogen Zeeuw’. “Geboren en getogen in Middelburg, maar vertrokken voor de studie en daarna niet teruggekeerd”, licht hij toe. “Maar het contact met de Zeeuwse vrienden van vroeger bleef. We zagen elkaar nog steeds regelmatig, deden samen een biertje of maakten een strandwandeling. Veel van hen woonden en werkten niet meer in Zeeland en op die manier ontstond het idee om een ‘Kom nog eens een dagje terug naar Zeeland-dag’ te organiseren. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken, werd er een LinkedInpagina in het leven geroepen. De aanmeldingen stroomden binnen en het eerste event was een succes.

Jim Goedhart (links) en Frederik Sinke (rechts), oprichters van De Zeeuwse Connectie.
FOTO: C.T. de Beer/De Zeeuwse Connectie

Positieve berichten de wereld inslingeren

“Doordat we zoveel mensen hadden verzameld, vonden we dat we er iets nuttigs mee moesten doen”, vervolgt Jim. Het idee ontstond om via sociale media zoals LinkedInn en Facebook positieve berichten over Zeeland de wereld in te slingeren, waardoor Zeeland onder de aandacht wordt gebracht. Via diezelfde kanalen kunnen Zeeuwen binnen en buiten de provincie, of het nu ondernemers zijn, studenten of kunstenaars, online de verbinding zoeken. Voor de offline verbinding organiseert de Zeeuwse Connectie regelmatig gezellige events in heel het land voor iedereen die op één of andere manier verbonden is met Zeeland.

Zeeuwse PioniersPrijs

Als kers op de taart wilden de oprichters het bereik van De Zeeuwse Connectie gebruiken om een mooi Zeeuws initiatief in het zonnetje te zetten. Zo ontstond het idee van de Zeeuwse PioniersPrijs. En dat werkt. “De Zeeuwse Pioniersprijs levert een geldbedrag van 5.000 euro en een mooi beeldje op, maar vooral heel veel media-aandacht”, laat Jim weten. “Als ze het zelf niet van de daken schreeuwen, doen wij het wel.”

Dit artikel is gepubliceerd op 22 januari 2020 in de Faam

Wil je meer artikelen lezen? Kijk eens in mijn portfolio

‘Addy is echt een dijk van een vrouw’

“Het is echt ongelooflijk wat ze doet, mijn vrouw mag echt wel eens in het zonnetje gezet worden”, vindt haar man, Hans van de Kreeke. Daar willen wij, als weekkrant, natuurlijk graag aan meewerken, maar er is een kleine kink in de kabel.

door Rachel van Westen

YERSEKE – “Ik denk dat ze het zelf helemaal niet ziet zitten om voor de krant geïnterviewd te worden. Als ze dan ook nog op de foto moet, hoeft het van haar waarschijnlijk al helemaal niet meer”, aarzelt hij. Ondanks zijn bedenkingen, blijft Hans bij zijn standpunt dat zijn vrouw een enorme pluim verdient. “Ze werkt nu al veertig jaar bij Ter Weel en zelf heb ik op jonge leeftijd Parkinson gekregen. Daardoor ben ik wel eens wat minder positief”, verwoordt hij voorzichtig. “Maar mijn vrouw verzint elke keer wel weer iets leuks om te ondernemen. Ze is zo sterk. Ze zou het echt wel verdienen, een leuk artikel in de krant.”

Verrassing

Er wordt wat gewikt en gewogen en uiteindelijk komen we tot de conclusie dat Addy misschien niet direct zit te wachten op journalisten en fotografen aan de deur, maar welk vrouw vindt het nu niet leuk om op zo’n manier verrast te worden door haar man? Hans weet genoeg te vertellen, dus het artikel kan gemaakt worden en na een paar telefoontjes met Zorggroep Ter Weel krijg ik Perry Lukus aan de lijn, een collega van Addy. “Morgen staat er de receptie op de planning ter ere van het veertigjarig jubileum van Addy, dan ga ik wel wat foto’s nemen”, belooft hij.

FOTO: Perry Lukus

Ondertussen vervolgt Hans zijn verhaal: “Zoals gezegd werkt mijn vrouw al veertig jaar bij Ter Weel. En dat vind ik op zich al bijzonder. Wij hebben elkaar leren kennen in de keuken van Ter Weel, maar het was geen liefde op het eerste gezicht hoor”, lacht hij. “Helemaal niet zelfs. Zij heeft het hart op de tong en ik lachte overal maar een beetje om.”

Impact op het gezin

Uiteindelijk sprong de vonk toch over en in 1992 zijn Hans en Addy getrouwd. Ze kregen samen een dochter en daarna zou je het verhaal af willen sluiten met de woorden ‘ze leefden nog lang en gelukkig’. Helaas, zo rooskleurig was de werkelijkheid niet. Ruim tien jaar geleden, kreeg Hans de diagnose Parkinson. Een half jaar later werd er een tumor op zijn nier ontdekt, waardoor de zieke nier verwijderd moest worden. Dat had flinke impact op het gezin. Hans werd volledig arbeidsongeschikt en moet met de regelmaat van de klok naar allerlei ziekenhuizen. “Ik moet op controle naar het ziekenhuis in Goes, maar ook naar Rotterdam en Tilburg. Mijn vrouw moet voor elk ziekenhuisbezoek vrij vragen om mij te brengen. Ze zeggen wel eens: Parkinson heb je niet alleen, dat heb je samen. Dat is echt waar hoor. Ik voel me daar wel eens schuldig over. Addy is echt een dijk van een vrouw. Ze is zo sterkt als een beer. Ze organiseert van alles en als ik even mijn dag niet heb, verzint zij altijd wel iets leuks om samen te ondernemen. Ze sleept me er af en toe echt doorheen.”

Dit artikel is gepubliceerd in de Bevelander van 22 januari 2020

Computers fiksen is een eitje voor Bryan

Bryan Brugman uit Heinkenszand is vijftien jaar en heeft een goeie kop verstand van computers. Hij is er inmiddels zo handig in geworden om computerproblemen op te lossen, te programmeren en computers aan te sluiten, dat hij heeft besloten om een eigen bedrijfje op te starten.

door Rachel van Westen

Bryan is niet zomaar de zoveelste tiener die handig gebruik maakt van zijn expertise op het gebied van computers, want met een vette knipoog naar zijn autisme heeft hij zijn bedrijfj e ‘De PC-autist’ genoemd.

HEINKENSZAND – Dit komt op zich wel vaker voor en is eigenlijk nauwelijks nieuwswaardig te noemen. Maar Bryan is niet zomaar de zoveelste tiener die handig gebruik maakt van zijn expertise op het gebied van computers, want met een vette knipoog naar zijn autisme heeft hij zijn bedrijfje ‘De PC-autist’ genoemd. Nu zou je als lezer kunnen denken dat zoveel openheid over zijn diagnose er wel voor zorgt dat hij er makkelijk over kan praten. Maar daar zit ‘m nu net de kneep. Bryan heeft autisme en praten is dus alles behalve makkelijk. “Ik zeg niet zoveel”, laat hij weten. “Ik vind het ook lastig om oogcontact te maken. Daardoor zien mensen me soms als niet sociaal.”

Veranderingen

Hij kan er last van hebben als er veel gebeurt of als zich nieuwe dingen of situaties voordoen. “Die veranderingen, daar kan ik niet zo goed mee omgaan.”
Een interview voor de krant is dus ook een serieuze uitdaging voor Bryan. Maar na een beetje heen-en-weer mailen flikt hij het toch om de alle vragen te beantwoorden.

Vis in het water

Heel anders is het voor hem om achter een computer te schuiven. Daar is hij als een vis in het water. “In het begin heeft mijn vader me veel geholpen, maar daarna heb ik het meeste mezelf aangeleerd. Autisme is soms heel lastig, maar het heeft ook voordelen, want als ik ergens aan werk of ergens mee bezig ben, kan ik me daar helemaal op focussen. Dat geldt eigenlijk voor alles.” De eerste klant heeft al gebruik gemaakt van zijn diensten.
“Het probleem was het besturingssysteem van een laptop. Dat was beschadigd en dat heb ik opnieuw geïnstalleerd. Probleem opgelost”, vertelt Bryan. En wat hij later wil gaan doen? Nou, dat spreekt voor zich natuurlijk. “Iets met computers”, is het antwoord.

De PC-autist 

“Als mensen hulp nodig hebben kunnen ze een email sturen naar depcautist@gmail.com”, vertelt Bryan. “Het tarief is 5 euro per uur en eventueel de kosten voor onderdelen of reiskosten als ik iets bij iemand thuis aan moet sluiten.” Op de vraag wat hij gaat doen met het eigenhandig verdiende geld, reageert hij als een rasechte ondernemer. “Dat ga ik investeren in beter werkmateriaal zodat ik sneller problemen kan oplossen.”

Dit artikel is gepubliceerd in De Bevelander van 15 januari 2020 

Eén misstap en alles werd anders

Mellanie Roks uit Kloetinge gleed in maart vorig jaar uit in de glijbaan van het zwembad. Ze klapte op een opstaande rand, eerst met haar ribben en daarna kreeg haar hoofd een flinke klap te verduren. Ze moest twee weken rust nemen om te herstellen, maar ze knapte niet op. Integendeel. De klachten werden alleen maar erger en een paar maanden later kreeg ze de diagnose PCS, een vorm van traumatisch hersenletsel. In september vorig startte ze met revalidatie bij Revant in Goes, maar omdat de behandeling haar niet bood waar ze op hoopte, ging ze op zoek naar andere behandelmogelijkheden. Tijdens haar zoektocht kwam ze in contact met mensen met een vergelijkbare geschiedenis die buitengewoon positief waren over hun CFX behandeling in het Amerikaanse Utah. Mellanie is een crowdfunding gestart om voldoende geld bij elkaar te krijgen voor deze behandeling.

door Rachel van Westen

KLOETINGE – “Ik werkte als hoofd bediening in een restaurant in Rucphen. Ik reed elke dag vanuit Kloetinge naar mijn werk en weer terug. Meestal werkte ik tot een uur of één ‘s nachts en de volgende dag om zeven uur was ik er weer voor mijn kinderen. Ik heb twee heerlijke meiden van zes en acht. Ik was een multitasking talent en een lieve moeder. Daarnaast zat ik overal bij, van Carnaval tot de voetbal. Dat is allemaal weg. Ik ben veranderd in een hork. Een oma. Vooral iemand waarbij alles te veel is. Mijn leven is een krentenbol”, verzucht Mellanie.

FOTO: Rachel van Westen

Letterlijk één stomme misstap zorgde ervoor dat het leven van Mellanie en haar gezin volledig op z’n kop werd gezet. Het gebeurde in maart vorig jaar toen Mellanie met haar man en twee dochters genoot van een dagje zwembad. Ze hadden dikke pret in de waterglijbaan. Als ze ervan af waren gegaan, was het de sport om zo snel mogelijk weer naar boven te rennen voor een volgende glijpartij. En toen ging het mis. “Ik stapte in de bak waar het water de glijbaan instroomt. Ik gleed uit en kwam met mijn ribbenkast op de rand, schoot de glijbaan in en klapte met mijn hoofd nog een keer op dezelfde rand. Mijn man zag het gebeuren en dook gelijk achter me aan.  Terwijl dat gebeurde, viel onze jongste dochter van de trap.”

Twee weken rust

Terwijl haar man met hun dochtertje naar de eerste hulp ging, raakte Mellanie bewusteloos. “Ik ben gevonden door een badmeester. We weten dus niet hoe lang ik weg ben geweest. Ik was heel misselijk toen ik wakker werd en moest overgeven, maar de pijn aan mijn ribben was het ergst. De volgende dag zijn we naar de huisarts gegaan, daar kwamen we erachter dat ik negen gekneusde ribben en een gekneusde long had. De huisarts heeft ook gevraagd of ik op mijn hoofd was gevallen, maar daar had ik niet zoveel last van, dus die bezorgdheid heb ik afgewimpeld. Ik moest twee weken rust nemen om mijn ribben te laten herstellen.”

Er was iets heel erg mis

Op dat moment maakte Mellanie zich nog niet zoveel zorgen. Het zou allemaal wel weer goed komen en ze hoopte haar normale bezigheden weer snel op te kunnen pakken. Tot die dag dat ze uit bed kwam en haar zicht volledig was verdwenen. “Ik zag helemaal niks. Na een poosje kreeg ik weer een beetje zicht, maar ook immense hoofdpijn. Ik heb de huisartsenpost gebeld en zij hebben de ambulance gestuurd en is er een CT scan gemaakt.

FOTO: Rachel van Westen

Daar was op dat moment niks op te zien, dus dan word je naar huis gestuurd met het advies om rust te nemen. Maar het werd niet beter, het werd steeds erger. Ik kon niet meer nadenken, ik kon niet meer schrijven. Post? Ik kon het niet lezen. De letters dansten over het papier. Als mijn meiden moesten lachen, werd ik gek en moest ik naar buiten. Op den duur ging ik beseffen dat er iets heel erg mis was.”

Traumatisch hersenletsel

Uiteindelijk kreeg Mellanie de diagnose PCS, een vorm van traumatisch hersenletsel. “Vervolgens werd ik aangemeld bij de revalidatie en ik leefde in de overtuiging dat zij me zouden oplappen. Dat ik mijn leven weer terug zou krijgen. Ik ben daar nu al een paar maanden in behandeling en inmiddels weet ik dat dat niet gaat gebeuren. Zij gaan mij niet herstellen, zij gaan mij leren leven met de handicaps die ik nu heb. En dat gaat er bij mij niet in. Ik ben jong en ik heb een jong gezin met twee heerlijke meiden. Ik wil mijn leven terug.”

Behandeling in Amerika

Mellanie ging op zoek naar andere behandelmogelijkheden en tijdens die zoektocht stuitte ze op CFX, een behandeling die wordt gegeven in het Amerikaanse Utah. Deze behandeling is compleet anders dan de behandeling die in Nederland wordt gegeven. De Nederlandse (revalidatie)artsen zijn ervan overtuigd dat rust, regelmaat en structuur van belang zijn om geleidelijk aan weer te kunnen participeren in de maatschappij. De behandelaars in Utah zijn van mening dat er door het letsel gedeeltes van de hersenen lui zijn geworden of niet meer helemaal functioneel. Dit willen ze verbeteren door de patiënt in één week allerlei intensieve en complexe oefeningen tegelijk uit te laten voeren, waardoor de hersenen juist extra gestimuleerd worden. Hoewel er in Nederland nog geen wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar het effect van de behandeling, zijn de verhalen van de Nederlandse patiënten die zich in Utah hebben laten behandelen, hoopgevend. Daarnaast is er ook een parallel met onder andere de Macedonische methode. Mensen met posttraumatische dystrofie die hier, in Nederland, waren uitbehandeld, zochten vijftien jaar geleden hun heil in Macedonië. De Macedonische methode week sterk af van de gangbare therapieën en werd met de nodige argwaan benaderd. Toch, na enkele jaren en uitgebreid wetenschappelijk onderzoek, is deze methode nu onderbouwd en wordt hij grotendeels toegepast in de Nederlandse revalidatie. Of dat ook gaat gebeuren met CFX, moeten we nog afwachten. Op dit moment liggen er wel serieuze plannen om onderzoek te gaan doen naar de Nederlandse CFX patiënten. “Ik weet niet hoe lang dat gaat duren”, zegt Mellanie, “maar daar kan ik toch niet op wachten? Ik hoop dat ik via crowdfunding voldoende geld bij elkaar krijg, zodat ik in maart met de behandeling kan beginnen. Ik wil mijn leven terug.”

Wil jij ook helpen? Ga naar gofundme.com en zoek op ‘Mellanie Roks’.

Dit artikel is gepubliceerd in de Bevelander van 15 januari 2020