Richard tekende grote snottebellen

De illustraties voor Filemon Wesselinks nieuwste boek werden gemaakt in de Zeeuwse polder

Het eerste door hem geïllustreerde boek lag in 2011 in de winkel en nu, negen jaar later, heeft Richard Verschraagen al tientallen boeken geïllustreerd. Dit jaar maakte hij de tekeningen in het nieuwste boek van Filemon Wesselink. In zijn atelier in de polder tussen Kapelle en Kattendijke vertelt illustrator Richard met een sprankelend enthousiasme over zijn samenwerking met Filemon, zijn leven als illustrator en hoe hij zijn verhuizing vanuit hartje Utrecht naar de Zeeuwse polder heeft ervaren.

FOTO: Rachel van Westen

Als klein mannetje was Richard al heel veel aan het tekenen en toen hij na het vwo een studierichting moest kiezen, wilde hij tekenleraar worden. “Maar die opleiding was net opgeheven”, blikt hij terug. “Omdat ik zo graag tekende, heb ik overwogen om de kunstacademie te gaan doen, maar ik had een hoop vrienden die wel leuk aan het schilderen waren, maar daar geen rooie cent mee verdienden. Ik heb er echt lang over nagedacht en uiteindelijk besloot ik dat ik leraar wilde worden. Dan kon ik tekenles geven, maar ook andere dingen doen. Ik heb met veel plezier die opleiding gedaan en jarenlang les gegeven op een basisschool in Utrecht.”

Naar Zeeland

Al die jaren stond het tekenen op een laag pitje, maar daar kwam verandering in na zijn verhuizing naar Zeeland. “Mijn partner is arts in het Admiraal de Ruyter ziekenhuis in Goes en hij wilde naar Zeeland verhuizen, als ik ook meeging. Dat kwam voor mij wel op het juiste moment. Ik was toe aan iets anders. Ik woonde echt in hartje Utrecht. Als de Dom om zou vallen, zou hij op mijn huis terecht komen. We zijn naar dit huis gaan kijken op een mooie zonnige dag en ik was meteen verkocht. Ik zag er wel een beetje tegenop om aan mijn collega’s in Utrecht te vertellen dat ik mijn baan op wilde zeggen om naar Zeeland te verhuizen”, zegt Richard. “Ik was dan ook echt verrast dat iedereen zo enthousiast reageerde toen ik vertelde dat ik naar Zeeland vertrok. Ik werd zelfs ‘dapper’ genoemd. Ik was hoogst verbaasd. Tot iemand aan me vroeg of ik mijn familie niet ging missen, want het was toch wel een lange reis met het vliegtuig. Na die opmerking viel bij mij het kwartje. Ze dachten dat ik naar Nieuw-Zeeland ging emigreren. Toen het mijn collega’s duidelijk werd dat ik naar de provincie Zeeland vertrok werd er plotseling heel anders gereageerd”, lacht Richard. “Er heerst daar toch een beetje die stadse arrogantie en ze vonden het eigenlijk normaler dat ik naar Nieuw-Zeeland zou emigreren, dan dat ik naar Zeeland verhuisde. Hilarisch. Ik moet toegeven dat ik het eerste jaar ook echt wel enorm heb moeten wennen aan het leven in de polder, maar nu zou ik niet meer terug willen naar Utrecht. Je hebt hier zoveel natuur en rustige plekjes en nu kon ik eindelijk honden nemen. Zeeland is echt prachtig.”

Kunstacademie

Kort na zijn verhuizing had Richard nog niet gelijk een fulltime baan in het onderwijs, maar werkte hij in een invallerspool. “Omdat ik toen wat tijd over had, besloot ik om naar de kunstacademie in Antwerpen te gaan. Toen ik klaar was wist ik eigenlijk niet zo goed hoe ik het moest aanpakken en besloot om eerst eens een illustrator om zijn mening te vragen. Ik nam contact op met de illustrator die ik het hoogst heb zitten in Nederland. Ted van Lieshout. Ik heb hem gevraagd of hij naar mijn werk wilde kijken en opmerkingen wilde geven. Hij was enthousiast over mijn werk en had echt wel goede opmerkingen waar ik mee uit de voeten kon. Ik kon weer verder.” Een paar weken later kreeg Richard totaal onverwacht een telefoontje van Ted. “Hij vertelde me dat hij bezig was aan een poëziealbum van Querido waarin nog twee pagina’s beschikbaar waren. Hij vroeg of ik dat wilde doen.” Richard lijkt nog steeds verbaasd als hij hieraan terugdenkt. “Natuurlijk wilde ik dat. Nadat de bundel was gepubliceerd gingen alle deuren open. De bal ging rollen en toen er eenmaal boeken van mij in de winkels lagen, namen de uitgevers contact op met mij in plaats van andersom. Zo kreeg ik dus ook aan het begin van dit jaar een mailtje met de vraag of ik het boek van Filemon Wesselink wilde illustreren.”

Vies verhaal

“Het boek is ontstaan omdat de kinderen van Filemon zin hadden in een vies verhaal. Filemon is zelf erg vies van snot, dus dat moest het worden.” Het boek gaat over Eddy die opeens een snottebel heeft. Die lijkt maar niet weg te willen gaan. Eddy’s moeder blijft die bel steeds wegvegen. Maar er is iets geks aan de hand. Telkens als mama de snottebel weghaalt, komt hij even later een klein beetje groter weer uit Eddy’s neus. Eddy vindt het maar vervelend, hij wil liever net als de andere kinderen zijn, die geen snottebel hebben, of alleen een kleintje, soms. Maar dan gebeurt er op een dag iets heel gevaarlijks en worden Eddy en zijn snottebel misschien wel de helden van het verhaal… “Ik was gelijk enthousiast”, vervolgt Richard. Het is echt een leuk verhaal. Filemon en ik spraken af om elkaar te ontmoeten in Amsterdam. Ik moet altijd erg lachen om Filemon, dus daar keek ik erg naar uit. Maar toen kwam corona en viel dat in het water. We hebben tot nu toe alleen maar e-mail contact gehad.”

Spannend moment

“Nadat ik het verhaal heb gelezen, ga ik altijd eerst aan de slag met schetsen van de hoofdpersoon. Die scan ik in en daarna stuur ik ze op. Dat is altijd wel een spannend moment. Op een gegeven moment heb ik zelf wel een beeld van de personages, maar komt dat overeen met het beeld dat de auteur heeft? Gelukkig was Filemon gelijk enthousiast. Ik kreeg helemaal de vrije hand. Hij zei daar zelf over: ‘Ik heb de vrijheid in de tekst en jij hebt de vrijheid in de illustraties. Hij heeft zich er totaal niet mee bemoeid.”

Toast op het boek

Het was echt een leuke opdracht, hoewel het nog steeds vreemd voelt dat Filemon en ik elkaar helemaal niet hebben gezien. We hebben alleen contact gehad via de mail. Meestal zie ik een auteur wel voor ik aan de slag ga, maar door corona is het bij dit boek helemaal anders gelopen. We gaan dat wel inhalen hoor, we hebben afgesproken dat we een keer samen gaan toasten op het boek zodra het weer kan.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *