Afscheid van De Bevelander

Het doek is gevallen. Dit is echt de laatste Bevelander. Harmke, de coördinator van deze krant, vroeg aan me of ik een afscheidsverhaal wilde schrijven, dus laat ik maar beginnen bij het begin.

GOES – Ik zie mezelf nog zitten in de kantine van het zwembad met een schriftje en een pen. De dag ervoor had ik een vacature gezien in De Bevelander, waarin stond ‘Schrijftalent gezocht’. Terwijl mijn zoon zwemles had, boog ik me over een sollicitatiebrief. Het was nogal een gok, want ik had geen opleiding in die richting en geen ervaring. Ik vond het leuk om te schrijven, dat wel. Zodra ik een pen kon vasthouden schreef ik verhaaltjes en tijdens de vakantie pende ik schriften vol over mijn belevenissen onder de Franse zon.

Euforisch

Ik sprong een gat in de lucht toen de eindredacteur me uitnodigde voor een gesprek en was euforisch toen die eerste kennismaking werd afgesloten met een handdruk (Ja, toen mocht dat nog) en de boodschap dat ik het mocht proberen. Dat euforische gevoel was rap verdwenen toen ik mijn eerste klus kreeg. Ik werd naar de opening van een kinderdagverblijf gestuurd. Zo’n officiële happening met een hoop bobo’s erbij en andere verslaggevers waar de ervaring keihard vanaf straalde. Ik werd overvallen door een immens gevoel van wanhoop en onzekerheid. Dik anderhalf uur later kwam ik thuis met een blocnote vol aantekeningen en een SD-kaart met zo’n 85 foto’s. De foto’s waren stuk voor stuk bewogen of ronduit knudde en het duurde zeker acht uur tot ik een enigszins leesbaar verhaal had gemaakt van die aantekeningen. Maar het artikel werd geplaatst, dus onder het motto ‘Alle begin is moeilijk’, zette ik door. Het ging steeds beter en ik werd steeds enthousiaster.

Binnen een jaar startte ik met een opleiding journalistiek en kort daarna opende ik de virtuele deuren van mijn tekstbureau. Ik reisde regelmatig naar Amsterdam of Utrecht voor bijscholingen en cursussen en kreeg steeds vaker commerciële opdrachten, maar als het even kon maakte ik graag tijd vrij om een artikel voor deze krant te schrijven. En nu ik terugkijk op vijftien jaar schrijven voor De Bevelander, krijg ik een brok in mijn keel. Ik heb boeiende verhalen gehoord en mooie mensen leren kennen.

Hilarisch

Met een glimlach van oor tot oor denk ik terug aan hilarische momenten, zoals een interview met een student die een opleiding tot verzorgende volgde. Na het interview overlegden we waar ik een foto van hem mocht maken en het leek hem een leuk idee om dat te doen op de ‘oefenafdeling’. Daar aangekomen bekeek ik met een frons de levensechte poppen die heel erg naakt lagen te wezen in ziekenhuisbedden. Zo te zien waren enkele naakte poppenheren in opperste staat van opwinding. De student merkte mijn twijfel op en stelde voor om een laken over de poppen te leggen. “Kijk, dan halen we deze eruit”, zei hij, terwijl hij het omhoogstaande lid uit de pop verwijderde. Terwijl hij uitlegde dat ze op die manier konden oefenen om zowel bij een man als een vrouw een katheter aan te leggen, maakte we samen de bedden in orde en poseerde hij voor de foto. Ik focuste me op belichting en positie tot ik me realiseerde dat ik de student op de foto zette met een nogal prominent aanwezig deel van de pop in zijn handen.

Kippenvel

Maar het was niet altijd lollig. Soms werd ik zo geraakt door verhalen die mensen aan me vertelden, dat ik nog kippenvel krijg als ik eraan terugdenk. Het gesprek met een moeder die haar kind verloor door zelfdoding, zal ik nooit vergeten. Toen mijn kinderen die dag uit school kwamen heb ik ze extra lang geknuffeld. En dat doe ik nog regelmatig. Het is allemaal niet zo vanzelfsprekend.

Ik realiseer me dat het ‘over the top’ kan klinken, maar dit werk heeft mijn leven verrijkt en mijn kijk op de wereld vergroot. Mensen interviewen en hun verhalen opschrijven, voelt als reizen, maar dan in je eigen omgeving. Ik sprak succesvolle ondernemers en interviewde ex-verslaafden in de daklozenopvang. ‘s Morgens zat ik aan tafel met een vrouw die worstelde met een chronische ziekte en ‘s avonds stond ik te koukleumen in een schuur bij de bouwers van carnavalswagens. Ik ging op bezoek in de gevangenis en praatte anderhalf uur met een man die zijn vrouw van het leven had beroofd. Ik was compleet verward toen ik de gevangenispoort weer uitliep en alleen maar kon denken dat het echt een fijn gesprek was geweest. Ik kreeg een rondleiding door de Synagoge en werd uitgenodigd in de moskee waar ik vervolgens de blunder beging om, als vrouw, de imam mijn hand toe te steken. Hij weigerde zo respectvol met zijn hand op zijn hart, dat ik alleen maar excuses kon stamelen. Ondanks de wankele start, hadden we een van de mooiste gesprekken die ik ooit heb gevoerd. Door dit werk heb ik ervaren dat het helemaal niet zo naïef is om te denken dat ‘de meeste mensen deugen.’ Het is waar.

Dankjewel

Ten slotte wil ik iedereen bedanken voor de fijne gesprekken. Lezers, bedankt voor jullie interesse en leuke reacties. Al mijn collega’s bedankt voor de fijne samenwerking en onze chef Dennis bedankt dat je me de kans gaf om ook van alles te doen ‘achter de schermen’, waardoor ik onwijs veel heb geleerd. Mijn zoons, Sander en Mathijs, bedankt dat jullie al vijftien jaar op jullie tenen door het huis lopen als ik zit te schrijven en regelmatig zeggen ‘Cool gedaan, mam’, als jullie een artikel van me zien. Papa en mama, jullie hebben me geleerd om niet te oordelen, maar eerst te luisteren naar het verhaal van een ander. Daarmee hebben jullie de basis gelegd om dit werk te kunnen doen. Jullie geven me regelmatig het gevoel dat jullie trots zijn op wat ik doe en hoe ik het doe. Da’s supervet. Dankjewel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *